De maand Mei is op de diverse markten (nationaal en internationaal) rustig verlopen en bevindt zich nu in een soort relatief evenwicht.
In ons vorige bericht gaven we echter al aan dat waakzaamheid geboden was. Deze beschouwing blijven we aanhangen. Mede omdat recentelijk een onderzoek meldde dat o.a. de Nederlandse papierindustrie, als één van de veelgebruikers van energie, gebukt gaat onder hoge (energie)kosten die erg moeilijk zijn door te rekenen in de prijzen voor nieuw papier en karton. Gesteld wordt dat het zelf zou kunnen gebeuren dat er fabrieken zullen gaan verdwijnen. Zelfs in de Tweede Kamer is hier recentelijk (20 maart jl.) aan bijzondere aandacht voor geweest. Dit is overigens niet een puur Nederlands probleem. Deze problematiek speelt ook in andere Europese landen. Echter, omdat er in die andere landen (toch) vaker subsidies aan de nationale industrie gegeven worden, komt daar de urgentie veelal later.
In de landen of regio’s waar het export papier en karton naar toe gaat kunnen we opmerken dat daar de situatie feitelijk hetzelfde gebleven is. Aziatische fabrieken hebben al maanden min of meer de zelfde prijzen en willen, of beter gezegd, kunnen daar bedrijfseconomisch niet van afwijken. Daar waar de prijzen zoals dat heet wel ‘matchen’ spreken wij mondjesmaat wat volumes af. De ene keer is dat in India, de andere keer in Maleisië of Indonesië. Vaak is het overigens ook zo dat lagere tarieven van de zeecontainers een positieve invloed hebben of dat er materiaal in export gaat of kan. Vooralsnog blijft het merenedeel van onze productie in Nederland en in Europa.
Voor de komende (zomer)maanden voorzien we daarom geen significante wijzigingen in de prijzen, niet omhoog noch omlaag.